We gaan deze les niet meteen aan de slag met distress inkten, maar we gaan deze inkten combineren met andere inkten, stempels en technieken. We beginnen met embossingpoeder.
Embossingpoeder poeder is een enamel poeder wat smelt onder hoge temperaturen. Dit poeder wordt verkocht onder verschillende benamingen (UTEE, Embossingpowder en Embossingpoeder) en soorten. Voor de techniek die we vandaag gaan behandelen is fijn of ultrafijn embossingpoeder het beste. Dit poeder plakt op bepaalde inkten. Hiermee is het mogelijk om een verhoogde (vandaar de naam embossingpoeder) en glanzende afdruk van een stempel te maken. Een bijkomend voordeel van embossingpoeder is dat het inkt afweert. Dit wordt de resist techniek genoemd. In combinatie met distress inkt geeft dit mooie resultaten.
Wat heb je nodig
- Embossing poeder
- Stempels
- Heattool
- kladpapiertje (om het poeder mee terug te gieten in het potje)
- Versamark inkt of embossing inkt
- Embossing buddy of powder tool (optioneel)
- Klein kwastje (optioneel)
- pincet (om kleine papiertjes mee vast te houden zodat je je vingers niet verbrandt.
- Craftsheet of hittebestendige ondergrond
Voor het beste resultaat begin je met het preppen van je ondergrond. Ga je werken op een ondergrond die je zojuist behandelt heb met distress inkten, dan ga je eerst testen of je ondergrond droog genoeg is. Dit doe je door over je hele papier embossingpoeder te strooien. Blijft er nergens poeder zitten, dan is je papier voldoende gedroogd voor een goed resultaat. Blijft er wel poeder zitten, veeg dit er dan af met een zacht penseel en droog je achtergrond met een heattool. Herhaal deze stap net zo lang tot er geen poeder meer op je achtergrond blijft zitten.
Vervolgens haal je een embossingbuddy (Dit is een zakje gevuld met talkpoeder) over je papier heen of een powder tool. Hiermee verwijder je vette vingers en wordt het papier minder statisch. Mocht je dit niet in huis hebben, kun je deze stap overslaan. Mocht er poeder op een plek zitten waar je het niet wilt hebben. dan kun je deze verwijderen met een zacht penseeltje.
Nu gaan we stempelen. Druk je stempel af met versamark of embossing inkt. Dit is een inkt die plakkerig genoeg is, of lang genoeg nat blijft waarop embossingpoeder blijft zitten. Ook pigment inkten en de distress inkten zelf blijven lang genoeg nat om met embossingpoeder na te bewerken. Giet embossingpoeder over je afdruk en tik je ondergrond af op een kladpapiertje. Tik niet te hard waardoor er teveel embossingpoeder van je afdruk valt, maar ook niet zo zacht dat er teveel op blijft zitten. Vervolgens gaan we het poeder verhitten. Ik raad aan om je heattool eerst een beetje op te laten warmen voor je hem op je papier zet. Hiermee smelt je poeder sneller en voorkom je dat je papier gaat kromtrekken of verkleurd. Je kunt ook eventueel eerst de achterkant van je papier verhitten waardoor het poeder niet zo snel van je papier geblazen wordt.
Je gaat door met verhitten tot al je poeder gesmolten is en een mooie laag vormt. Hoe gladder je papier en hoe fijner je poeder hoe gladder je laag is. Laat je papier even afkoelen voordat je verder gaat.
Je kunt nu verschillende technieken toe gaan passen. Blenden, watercolor, packaging techniek etc. Overal waar je embossingpoeder zit, zal nu geen inkt komen.